Een groepje studievrienden besluit na een jaar of tien weer eens samen een weekje op vakantie te gaan zoals ze vroeger deden. Ze gaan op pad en in de file worden ze aangesproken door een ouderwets geklede jonge vrouw. Zij vraagt een lift en biedt aan een kortere weg te wijzen. Ze stapt in en ze rijden een alternatieve route. Noodweer breekt los. De auto houdt ermee op. Ze zullen overnachten in een huisje in het bos, waar Geertje (de jonge vrouw) een sleutel van heeft. De volgende dag is niets meer hetzelfde. Ze zijn in een andere tijd terecht gekomen.
Eén van de vrienden ontmoet de broer van zijn oma, die even oud is als hijzelf. Geertje heeft het heft in handen. Zij heeft de vier naar het verleden gehaald om de toekomst te veranderen. Alles dreigt uit de hand te lopen, maar met een beetje ingrijpen en terugspoelen van de tijd (leuk theatraal effect) komt alles goed. Het wordt een spannend en grappig avontuur dat zich afspeelt in de jaren 50 van de vorige eeuw.