We zien eerst hoe Koen voetbalkampioen wordt. Zijn team wordt in deze dolkomische scène tot grote hoogte opgestuwd door ‘de brulcoach’. Vervolgens zien we moeder Ria een bezoekje brengen aan opa. Hij zit sinds kort in seniorenparadijs Avondrood en moppert over alles en nog wat. Wanneer Ria een aantal medebewoners, zogenaamde ‘supersenioren’, aan opa voorstelt blijkt dat een schot in de roos! Dochter Mariska is ondertussen in de dansschool beland. Ze is heel onzeker, ook als de anderen zeggen dat ze geweldig goed danst. Als haar lerares roept dat ‘regio-tv’ straks opnamen komt maken wil Mariska liever naar huis. Dit kan zo niet langer, dus… tijd voor een metamorfose! In een dolkomische scène en dito lied zorgen kapper Tsjieno en zijn assistenten Mario en Luca voor een spectaculaire ‘opfrisser’. Mariska ziet er hierna niet alleen uit als een superster, ze danst ook nog eens de spijkers uit de vloer!
Bij vader Jan gaat het er een stuk rustiger aan toe. Hij zit te vissen. Al gauw verschijnen zijn vrienden Joop en Karel. Vreemd genoeg hebben ze het helemaal niet over vissen, maar over ‘onze glorietijd en onze te gekke band’. Aha… deze heren vertellen thuis dat ze gaan vissen, maar zijn in werkelijkheid met heel andere zaken bezig. Wat blijkt…. vijfentwintig jaar geleden maakte Jan deel uit van een zeer succesvolle band. Door allerlei oorzaken stopten ze er destijds mee, maar toen ze elkaar op de schoolreünie weer tegenkwamen besloten ze om weer te beginnen. Ze oefenen in de koeienstal van Joop.
Als ook de drummer Arie van Zonderen is gearriveerd kan de repetitie beginnen. Ze spelen een hit van vijfentwintig jaar geleden. Welke hit?… dát mag zelf worden bepaald. En dat is voor het publiek een feest van herkenning… een hit uit hun eigen jeugd! Na afloop van de repetitie nodigt Jan zijn maten uit om die avond bij hem te komen barbecueën. Natuurlijk zijn ook de echtgenoten van harte welkom. Het is gelijk een mooi moment om hun visgeheim prijs te geven en te vertellen dat ze weer met de band gaan toeren.
En zo zien we hoe in de slotscène iedereen bij elkaar komt. De vier gezinsleden hebben aan het einde van hun scène alle spelers voor de barbecue uitgenodigd. Hierbij werd steeds geroepen dat er ‘plek zat’ zou zijn in de achtertuin. Dus zien we eerst de voetballers en de coach, dan de super senioren met opa, gevolgd door de dansploeg, Kapper Tsjieno, Mario, Luca en tot slot… als klap op de vuurpijl de sportvissers eh… bandleden. Ze spelen nog één hit van vijfentwintig jaar geleden, waarna iedereen uit volle borst het spetterende slotlied zingt. Zet je deuren altijd open, want dan… ben je nooit alleen…